Vogelzang is Mannenwerk !

Achtergrondinformatie bij excursies over vogelzang.

N.B.: Zie ook een afzonderlijke pagina met korte informatie over een aantal vogels.

Algemeen

Vogels produceren twee soorten geluiden, de ene wordt 'roep' genoemd, de andere 'zang'. Roepen dienen om contact te houden, zoals in een groep staartmezen, of om alarm te slaan, zoals merels doen als er een kat in de buurt is. Zingen doen vooral mannelijke vogels om hun territorium, het gebiedje waarin zij de baas willen zijn, aan te geven. Sommige vogels, zoals roodborstjes en winterkoninkjes, hebben een voedselterritorium dat ze ook in de winter verdedigen. Maar veel meer soorten hebben in het voorjaar een broedterritorium, wat afhankelijk van de soort, vanaf eind januari tot in juli, door luide zang wordt aangegeven. Het zijn vrijwel altijd de manlijke vogels die in de broedtijd zingen. Eerst doen ze dat om een vrouwtje te lokken. En hoe mooier ze zingen hoe meer succes ze daarbij hebben. Daarna gaat het vooral om het afweren van mannelijke soortgenoten, die hun dame zouden kunnen verleiden en/of hun voedselvoorraad zouden kunnen bedreigen.

Elke zangvogelsoort heeft zijn eigen 'lied', al kan die bij sommige soorten per individu en/of landstreek wel wat verschillen. Op die manier kunnen mensen die dat willen aan de hand van de vogelzang die ze horen vaststellen welke vogels in een bepaald gebied huizen en wat ongeveer hun territoria zijn. Omdat vogels vooral rond zonsopgang het meest uitbundig zingen, staan duizenden vrijwilligers van de SOVON in het voorjaar vroeg op om een gebied te inventariseren. Op basis daarvan wordt de spreiding en ontwikkeling van de vogelstand in Nederland bijgehouden, wat o.a. heeft geleid tot de publicatie van een Atlas van de Nederlandse broedvogels 1998-2000.

Herkenning

Het herkennen van vogelgeluiden is voor ons mensen niet eenvoudig. We zijn zelf gewend aan heel andere geluiden, zeg maar een heel andere taal. Natuurlijk zijn er wel makkelijke gevallen, zoals de koekoek, omdat die een heel karakteristiek en makkelijk te beschrijven geluid maakt, waar hij bovendien nog naar genoemd is. Maar zelfs de tegenwoordig het meest voorkomende zangvogel, de merel, is voor een beginner nog helemaal niet zo makkelijk te onderscheiden van andere lijsterachtigen. Wat je nodig hebt is dat je de zang van een vogel redelijk vaak hoort, waarbij je op de een of andere manier te weten komt dat wat je hoort van die bepaalde vogelsoort afkomstig is, waarbij je bovendien het een of andere 'handvat' geboden wordt. Zo'n handvat kan een beschrijving zijn, bij voorbeeld dat een zanglijster steeds een iets ander motiefje zingt wat hij een paar keer herhaalt. Dat is een vrij uniek kenmerk dat je helpt om zijn zang te benoemen als van een zanglijster. Op den duur leer je die zang dan al heel snel herkennen, voordat die vogel aan de herhaling begonnen is, op de klank van zijn zang. Zo'n handvat kan ook een speelse karakteristiek zijn, bij voorbeeld de zang van een koolmees vergelijken met het geluid van een fietspomp, of die van de braamsluiper met een aflopend wekkertje. Soms kan zo'n handvat je als het ware in één klap leren om een vogel te herkennen, maar veel vaker heb je veel meer herhaling nodig voordat je de zang van een bepaalde vogelsoort echt kent.

Wat ook helpt bij het herkennen is waar en wanneer je een vogel hoort. De meeste vogels hebben bepaalde soorten gebieden nodig om te nestelen en voedsel te vinden, een typerende 'biotoop'. Zo broeden nachtegalen in bosschages met een dichte ondergroei waarin vaak massaal brandnetels groeien. Blijkbaar voldoet zo'n gebiedje het beste aan hun behoefte aan dekking en past het bij hun manier van voedsel zoeken. Je verwacht ze niet in een polderlandschap, maar daar hoorden we er een keer een zingen - aan de rand van een heel dichtbegroeid bosje. De periode waarin je een vogel kunt horen zingen verschilt ook per soort. Dat geldt zeker voor trekvogels die van ver moeten komen, maar ook veel standvogels zingen alleen gedurende een beperkte periode. Nachtegalen zingen pas vanaf april en niet veel later dan eind juni. Als je in april een vogel in het riet een krasachtig liedje hoort zingen is dat eerder een rietzanger dan een karekiet, omdat die pas later verschijnt, als het riet wat meer is uitgegroeid om er een nest tussen de rietstengels te vlechten.

Thijsse raadt aan om al in januari te beginnen met luisteren naar de zang van vogels, omdat er dan nog niet zo veel te horen zijn, zoals de winterkoning en roodborst, die bijna het hele jaar door zingen en de grote lijster en de heggemus, die dan vaak al beginnen met hun voorjaarszang, om daarna geleidelijk met steeds meer verschillende vogelgeluiden geconfronteerd te worden.

Wat verder het beste werkt is om er met meer ervaren vogelaars op uit te trekken. Die weten meestal wie je hoort, en kunnen je ook ezelsbruggetjes en handvatten vertellen om je te helpen onthouden welk geluid bij welke vogelsoort hoort.

In vogelgidsen vind je beschrijvingen en 'transcripties' van vogelzang. Die zijn op zich meestal niet genoeg om een geluid op naam te brengen, maar kunnen wel behulpzaam zijn bij de keuze tussen de ene of de andere vogelsoort. Maar er staan ook bijzonderheden van tijd en plaats in; wanneer ze in Nederland zijn en in wat voor soort biotoop.

Vogel atlassen zijn geschikt om te bekijken of een bepaalde soort in een specifiek gebied waarschijnlijk is of niet. Bovendien staan er vaak goede beschijvingen van de leefwijze van vogels in.

Via vogel-CD's en internet kun je ook luisteren naar opnames van zingende vogels. Die heb je in het veld niet bij de hand, maar kun je na thuiskomst beluisteren om te vergelijken met wat je gehoord hebt.

Bronnen

ETI CD-ROM Birds of Europe Veel informatie over vogelsoorten: beschrijvingen, afbeeldingen, biotoop-informatie en geluidsopnamen. Voor MAC en Windows verkrijgbaar: ISBN: Mac: 3-540-14597-4 Win: 90-75000-66-9:
http://www.eti.uva.nl/products/catalogue.php

Mullarney, Killian, Lars Svensson, Dan Zetterströöm, Peter J. Grant (2000) ANWB Vogelgids van Europa. Den Haag: ANWB

SOVON Vogelonderzoek Nederland (1987) Atlas van de Nederlandse Vogels.

SOVON Vogelonderzoek Nederland (2002) Atlas van de Nederlandse broedvogels 1998-2000. - Nederlandse Fauna 5. Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden

Thijsse, Jac. P. (1965) Vogelzang. Zaandam: Verkade [tekst uit 1938]

Thijsse, Jac. P. (1923) Het vogeljaar: Nederlandsche vogels in hun leven geschetst.Derde druk. Amsterdam: W. Versluys

Vogelbescherming Nederland: Algemene en beschermingsinformatie over vogels is te vinden op de site van  http://www.vogelbescherming.nl/ klik op "Zoeken naar vogels & gebieden"; per soort zijn er ook foto's te zien en in een aantal gevallen geluiden te horen! Klik ook op Winkel voor diverse producten, waaronder CD's met vogelgeluiden.

Vroege Vogelzang: Een  drietal CD's , waarop Nico de Haan van elke vogel een korte karakteristiek van zijn zang geeft, gevolgd door een of enkele voorbeelden: http://www.vogelkijkcentrum.nl/cd/index.php3

Vogelkijkcentrum: geëxploiteerd door Nico de Haan, met  o.a. een gratis email nieuwsbrief en een internet-cursus aan: http://www.vogelkijkcentrum.nl/ of http://www.nicodehaan.nl/ of http://www.vogelskijken.nl/

Vos, Dick de, Luc de Meersman (2005) Wat zingt daar? Vogelsherkennen aan hun zang en roep in Nederland en Vlaanderen. Utrect KNNV Uitgeverij ISBN 90 5011 195 5
Het meest volledige boek over het onderwerp, met heel precieze beschrijvingen, sonogrammen, tekeningen en schema's; plus een CD

CD's en vogelboeken zijn in de regio te koop bij de Informatiewinkel van Landschap Noord-Holland, aan de Dorpstraat in Castricum.

Op Internet kun je o.a. bij voorbeeld bij The Virtual Bird: veel vogelgeluiden horen en/of downloaden: http://www.virtual-bird.com/birdsounds.htm [Tip: zoek eerst de naam van de vogel die je wilt horen op in een vogelgids, noteer de Engelse en de wetenschappelijke (latijnse) naam]



naar Natuur - algemeen